Volgers

zondag 19 mei 2019

De ludo et arte: Gadamer


Nu resten ons slechts twee filosofen: Gadamer en Lyotard. Aangezien menig persoon (waaronder ikzelf) verloren schijnt te lopen in Lyotards cryptische  teksten, en een filosofische benadering van zijn ideeën dus tot een half afgewerkt of gewoonweg vaag product zal leiden, verkies ik hem als laatste te verwerken (Sam Dillemans zegt zo mooi: ge moet gene halve zijn, ge moet proberen nen hele te zijn). Dan nog liever de hermeneutiek van Gadamer. 

Gadamer vind ik een fijne filosoof. Hij wist zich, in tegenstelling tot Heidegger, buiten de zeer pijnlijke nazi-kwestie te houden. Hij leefde van 1900 tot 2002 wat maakt dat hij in drie verschillende eeuwen heeft geleefd. Weinigen kunnen hem dat nadoen. Als kers op de taart: hij schreef (onder andere) over kunst.
Hans-Georg Gadamer
Hans-Georg Gadamer

Hoewel duidelijk wordt gesteld dat hermeneutiek vooral is gericht op de werking van teksten, kan men uiteindelijk ook wel een link met kunst leggen. Het gaat er hem vooral om dat wanneer men een tekst leest, men niet alleen in de context van de tekst leest, maar ook in de eigen tekst. De voorafgaande ervaring, eigen inzichten en ethische waarden, de leesmentaliteit (om te ontspannen, om te studeren,…), enzovoort, maken dat de lezer tijdens het lezen niet alleen de ander (de schrijver en de boodschap van de tekst) begrijpt, maar ook zichzelf.
Wat ik interessant vind is dat hermeneutiek is gericht op  andere verklaringen en inzichten te verschaffen dan een wetenschappelijke benadering. Ze wijst ons op de grenzen van de wetenschappelijk blik. Hermeneutiek is eigenlijk gewoon een andere methodologie die zich leent op het gebied van de menswetenschappen, die in het algemeen als minder behapbaar voor de (wiskundige en “objectieve) wetenschappen worden voorgesteld.
De kern van hermeneutiek ligt in het verstaan, dat als een van de belangrijkste fundamenten wordt beschouwd van het existentialisme. Dit betekent dat hermeneutiek zich voor een stuk toespits op de ontologie (de zijnsleer). Van daar uit belanden we al gemakkelijk bij de ontologie van het kunstwerk, wat eigenlijk exact is wat we zoeken.
Gadamer vergelijkt die ontologie graag met een spel. Dat vind ik op zich al een treffende vergelijking. Hoe meer ik er over nadenk hoe meer kunst doet denken aan spel. Waar is de grens tussen het kladderende kind (dat wel degelijk weet waar het mee bezig is), dat schildert als tijdverdrijf en de beginnende kunstenaar, die bezig zijn eerste tentoonstelling voor te bereiden. De ernst misschien? Maar kan een spel ook niet pure ernst zijn? Als we de gespannen gezichten van het publiek in een voetbalstadion vlak voor het begin van een beslissende match, schijnt mij toe dat weinigen van die mensen in staat gaan zijn te relativeren (Huh, wat is relativeren?, vraagt de hooligan) en te zeggen: ach het is maar een spelletje. 
Als we kijken naar Niki de Saint Phalle die zich bezig hield met ballonen vol verf voor een wit canvas stuk te schieten, komt ook de sfeer van spel bovendrijven. Spel is ook maar tijdverdrijf, een manier van onze vrijheid, onze vrije tijd te beleven; exact zoals de (vrije) kunst.
Is de hele huidige kunstwereld niet een groot (bijzonder lucratief) spel? De concurrentie tussen kunstenaars, de spanning op kunstveilingen, de grote kunstverzamelaars —waar zijn de postzegels of pokémonkaarten gebleven vraagt u?. 
Voor pakweg basketbal geldt hetzelfde: concurrerende clubs, de spelertransacties, de grote wedstrijden,…
Binnen de ontologie van het kunstwerk zelf kunnen we ook parallelle lijnen trekken.
Gadamer heeft het over “doelloze redelijkheid”, “beweging omwille van de beweging zelf”, “voortdurende herhaling”, “de invloed op de ‘deelnemers’”, “verandering in gestalte”. Zonder er echt op in te willen gaan, wil ik (op dit moment terugkijkend op mijn notities) wel stellen dat veel elementen effectief ook terugkomen bij kunstwerken. Ik denk dat Gadamer hier een terechte vergelijking heeft gemaakt. De mens creëerde spel en kunstwerk en die gemeenschappelijke oorsprong verklaart hun verband. In de les legden we ook een verband met het feest, maar we zouden ook kunnen verdergaan met bijvoorbeeld literatuur (terug naar de oorsprong van hermeneutiek), rituelen,…
The Chess Board - Victor Vasarely - WikiArt.org ...
Chess Boards, Vasarely
Natuurlijk is het niet de bedoeling denigrerend te zijn over kunst. Ik denk dat we Chess Boards(!) van Victor Vasarely of Vijf Manier Om een Mens te Doden van Herman de Coninck moeilijk kunnen vergelijken met een partijtje bowling of een uurtje Uno spelen. Het maken van een kunstwerk is zeker wel een ingrijpender en ook de behandeling en het statuut ervan verschilt veel meer. Ook de manier waarop de maker/speler terugkijkt op zijn creatie verschilt. Dat neemt niet weg dat er over het algemeen gelijkaardige tendenzen terugkomen. Het spel is gewoon een handig raampje van waaruit we een kunstwerk goed kunnen definiëren of beschouwen. Een kunstwerk heeft ook regels (bv. Een titel), heeft een speelruimte (het gallerijtje, of de dimensies van het kader), er zijn oneindig veel mogelijkheden qua verschijningsvorm, kunst heeft vaak wel een impact op de deelnemers (anderzijds: wat niet?), en kunst verschijnt telkens anders aan de toeschouwer.
Bij overlappende gebieden, zoals artistic video games (bv. Red Dead Redemption 2) voelen we dat er sowieso een enorm grote grijze zone is tussen kunst en spel.

We hebben feitelijk bijgeleerd over het concept kunstwerk. Dat is goed.
Hermeneutiek blijft in mijn ogen nog steeds een nogal obscuur deel van de menswetenschappen, ik heb wat moeite met het te bevatten, maar concreet heeft het ons genoeg opgeleverd om verder te kunnen. 
Daarom: voorwaarts!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten