Volgers
dinsdag 22 januari 2019
Plato en Tuymans, een tweede stap (of hoe we komaf maken met Plato
Volgend op de vorige post lijkt het interessant om verder te gaan op bepaalde filosofen; het is tenslotte een module kunstfilosofie (Kant scheen al niet zo'n slecht idee).
Wie filosofie zegt, zegt waarschijnlijk geschiedenis van de filosofie (een schijnbaar aantrekkelijk vak binnen de Bachelor Filosofie op onze universiteiten).
Wie geschiedenis van de filosofie zegt, zegt waarschijnlijk "Bakermat van de Westers Filosofie" (want we gaan graag terug tot de oorsprong van zaken).
Wie dat zegt, bedoelt waarschijnlijk de Griekse filosofen (maar heeft Heidegger gelezen, of heeft een hoge dunk van zichzelf, of allebei).
Goed, de Griekse filosofen; wat hebben zij te zeggen over kunst?
Eén is er al kristalhelder over: Plato.
In zijn Politeia zet hij (via het personage Sokrates) zijn ideeën als volgt uit elkaar: alle zaken die wij waarnemen op aarde hebben in een andere (hogere) realiteit een perfecte representatie van zichzelf. Zo zijn alle paarden ter wereld een afspiegeling van een "perfect" paard, dat in een andere dimensie zit. Hetzelfde geldt voor stoelen (de Perfecte Stoel), of nagelschaartjes (de Perfecte Nagelschaar). Die perfecte vormen noemt hij Ideeën (ἰδέα). Nu stelt hij het volgende: wanneer een handarbeider (bv. een wapensmid) een voorwerp maakt, doet hij dat met een 'perfecte' representatie van dat voorwerp. Een de wapensmid heeft in gedachten dus een perfect bronzen zwaard. Het voorwerp dat hij uiteindelijk vervaardigd is iets dat zijn 'Idee van bronzen' zwaard benaderd.Wanneer een kunstenaar een muurschildering maakt van een bronzen zwaard (in de handen van één of andere grote Griekse held), dan zegt Plato dat die afbeelding een afspiegeling van een afspiegeling is. Hij heeft zijn bronzen zwaard namelijk gebaseerd op het onvolkomen bronzen zwaard van de wapensmid. Als een beeldhouwer een Achilles met een bronzen zwaard houwt, dan is het (stenen) zwaard ook een afspiegeling van een afspiegeling.
Plato's conclusie is zowel logisch als controversieel: kunst is iets laags en slechts, wat zo veel mogelijk moet gebannen worden uit de maatschappij; het is nodig zo dicht mogelijk tegen het ware en perfecte aan te leven.
Hierdoor komen we in een probleemstelling: als Plato kunst zo verwerpelijk vindt, heeft het dan nog zin om kunst te beschouwen; heeft kunstfilosofie dan nog zin? Heeft deze blog dan nog enige zin?
Een mogelijkheid is om Plato's visie op kunst verder door te drijven.
In 2014 spande Katrijn Van Giels, een fotografe van De Standaard, een rechtszaak aan tegen Luc Tuymans omdat hij haar foto als basis voor zijn schilderij heeft gebruikt. Als we hierop Plato's filosofie toepassen krijgen we: een kopie, van een kopie, van een kopie (als we er van uitgaan da er een perfecte Jean-Marie-Dedecker bestaat in een andere dimensie). Volgens Plato staat dit enorm ver van de waarheid. We kunnen ons dus voorstellen dat de filosoof enkel neerbuigend zou hebben gereageerd of vol walging had opgekeken naar het kunstwerk.
Maar is Tuymans niet één van de meest succesvolle kunstenaars van België? Worden zijn kunstwerken niet door heel Europa geapprecieerd? Een manier om deze patstelling tussen Sokrates en Tuymans uit te leggen, is dat voor Sokrates zijn idee van waarheid(/visie van Ideeën) zijn volledige blik op de wereld bepaalt. Daar tegenover staat dan Tuymans die kunst maakt om een statement te maken, of om zijn innerlijke gedachten op het doek over te brengen. Het is dus een kwestie van perspectief, om het eventjes simpel te stellen. Maar wie heeft er gelijk?
Wat al zeker vaststaat is dat Plato's ideeënleer vaak wordt aanzien als oud. Veel mensen vinden het op het eerste gezicht een mooi idee, maar na het lezen van 'De Staat' of dit fragment trekken velen de wenkbrauwen op. Bepaalde logische conclusies van die ideeënleer leiden tot concepten die ons angst aanjagen en totaal voorbijgaan aan onze huidige ideeën, normen en waarden. Tuymans daarentegen voldoet aan onze verwachtingen van maatschappijkritiek en originaliteit. De schilder is van onze tijd en schurkt dichter aan tegen ons eigen denken (tegenover, soms onbegrijpelijke, oude denkwijzen).
Naast deze redenering kunnen we ook stellen dat Tuymans' "kopie" meer is dan een simpele afspiegeling van de foto van Katrijn Van Giels. De schilder gebruikt de foto als een springplank om met een sterk beeld een eigen boodschap te brengen. Bovendien is het een totaal ander medium. Zoals de Adrian Searle in het artikel "Tuymans' Stalen Gezicht" ook zegt, is het schilderij op zich al een argument tegen de plagiaatbeschuldiging.
Ik vind het dus ook onterecht om het kunstwerk van Tuymans plagiaat te noemen. Zoals op zo veel vlakken denk ik juist dat kruisbestuiving en het gebruiken van elkaars ideeën aan te moedigen is. Als iedereen met zijn eigen ideeën moest afkomen, zouden we helemaal niet ver staan. De mens is van nature uit een wezen dat kopieert. Opvoeding is niets anders dan dat de ervaren mensen de onervaren mensen het voorbeeld tonen en dingen aanleren. Ik denk dat de hele plagiaat-heisa eerder is ontstaan uit miscommunicatie en andere sociale valstrikken. Dat is natuurlijk jammer. (Tuymans doet wel vaker dit soort zaken en haalt beelden uit allerlei hoeken -zelfs films-, werd nog nooit eerder beschuldigd van plagiaat).
Conclusie: kunstfilosifie heeft wel degelijk zin (en bijgevolg deze blog -godzijdank- ook). Plato's visie is gedateerd en eigenlijk slecht verdedigbaar (in onze 21ste eeuwse context althans).
Als afsluiter kunnen we proberen Plato's theorie wat te doen wankelen. Het is voor mij niet duidelijk welke zaken er allemaal een eigen perfecte, oorspronkelijke versie hebben. Zijn dit alle voorwerpen? Of alle levende wezens? En in hoeverre heeft elk specifiek voorwerp een eigen Idee? Zouden we kunnen stellen dat er ook een perfect schilderij bestaat en dat elke schilder dat probeert te benaderen? Hiermee kunnen we aantonen dat Plato zijn eigen theorie ook maar op een bepaalde manier benaderd; volgens zijn eigen tijd. Dat zie je op de manier waarop hij denkt dat goede schilders domme mensen gaan misleiden en hij zal waarschijnlijk niet meer hebben gekend dan beeldhouwers, mozaïekleggers, schilders en muzikanten.
Wat was kunst trouwens in de Klassieke Oudheid?
Een zekere Georg Wilhelm Friederich Hegel weet hier meer van.
zondag 13 januari 2019
De eerste aarzelende stap binnen kunstfilosofie (Kant)
Kunst.
Wat is Kunst?
Na wat onderzoek merken we dat de definities al heel snel uit elkaar lopen. We kunnen onderscheid maken tussen de verschillende kunstvormen, ons afvragen of elke menselijk handeling kunst is, of de natuur ook kunstzinnig is, we kunnen zeggen dat pas vanaf het Romantisme kunst kunst is geworden (een vrijwillige handeling, gericht op het uitdrukken van ons waarlijke mens-zijn) en niet de "kunst op bestelling" van de voorafgaande millennia, we kunnen zeggen dat Moderne Kunst geen echte kunst meer is (waarmee we - misschien onterecht- beweren dat kunst om artistieke vaardigheden vraagt en dat alle moderne kunstenaars volslagen nietsnutten en imposteurs zijn), we kunnen zeggen dat kunst cyclisch is, dat kunst dialectisch is, dat we in een onomkeerbare "kunstevolutie" zitten, we kunnen argumenteren dat er goede en minder goede kunst is, dat kunst enkel materieel is, dat kunst onontbeerlijk is, of nutteloos.
We kunnen ons ook afvragen of het zin heeft om op iets als kunst een definitie te plakken (waardoor we het toch definiëren als iets waar onmogelijk of moeilijk een definitie op te plakken valt). Wat wel vaststaat is dat kunst slechts in zeer algemene termen te vatten is. Het aloude Van Dale woordenboek (druk uit 1950) stelt: "Het vermogen van de kunstenaar en de toepassing daarvan; het vermogen dat wat in geest of gemoed leeft of daarin is gewekt tot uiting of voorstelling te brengen op een wijze die schoonheidsontroering kan brengen." Deze definitie lijkt het meest overeen te komen met wat de meerderheid denkt. Van Dale zegt eveneens ook: "Wat door de mens is gemaakt, in tegenstelling met de natuur, natuurlijke." We merken al meteen dat de eerste definitie in de tweede past, waarbij men dus kan zeggen dat elke mens een kunstenaar is en dat elke menselijk ontwerp op de een of andere manier schoonheidsontroering kan brengen.
is dit kunst? |
Wie heeft nu nooit met een mengeling van angst, fascinatie, bewondering en met een esthetisch filter naar Little Boy gekeken, de atoombom die boven Hiroshima op 6 augustus 1945 werd uitgeworpen? Wie heeft nooit naar de verassend plompe neus, de schijnbaar ingewikkelde stabilisatoren gekeken, die met een kubusvorm aan de cilindervormige romp een verassend geometrisch aspect toevoegen? Wie heeft nooit opgemerkt hoe aangenaam de verhoudingen van het ontwerp zijn, die ons stereotype van een bom bijna benaderen? Little Boy wordt trouwens altijd "mooier" gevonden dan zijn grote, plompe broer Fat Man (Nagasaki), die nog het meest lijkt op een ei en waarvan de vorm ons schijnbaar afstoot.
Dit om maar aan te tonen hoe een definitie soms zo algemeen kan zijn dat ze ons van het "interessante gedeelte" af kan brengen; we hebben weinig baat bij het esthetisch beschrijven van een van de vernietigendste voorwerpen uit de menselijke geschiedenis. Hier zou het toepasselijker zijn om ethische vragen op te werpen en onderzoeken hoe we de atoombom moreel moeten benaderen.
In elk geval lijkt het dus wat voorbarig om de vraag "Wat is kunst?" met een encyclopedische definitie te beantwoorden. We kunnen ook aan de kunstenaars zelf (Wat is een kunstenaar?), of degenen die zich zo noemen tenminste, vragen wat kunst is.
De Amerikaanse moderne schilder Georgia O'Keeffe (1887-1986) zei: "De ruimte op een "mooie" manier opvullen, dat is wat kunst is."
De beroemde schrijver Frank Lloyd Wright schreef: "Kunst is een ontdekking en ontwikkeling van de elementaire principes van de natuur tot "mooie" vormen die bruikbaar zijn voor menselijk gebruik."
We merken meteen dat in beide definities we het woord "mooi" (beautiful) tegenkomen, wat eigenlijk opnieuw verwijst naar schoonheidsontroering. Misschien moeten we daar wat meer naar kijken.
Wat is mooi? Wanneer zijn we door schoonheid ontroerd?
Dit leidt ons tot bij Kant's vier esthetische oordelen van Schoonheid.
Kant zegt dat wanneer we naar iets kijken, iets wat we zelf als bv. kunst beschouwen (iets waar we graag naar kijken), we vier verschillende momenten ervaren die bepalen dat we iets "mooi" vinden.
Eerst stelt Kant dat wanneer we naar iets kijken, we een welbehagen voelen; namelijk een belangeloos (of gedesinteresseerd) welbehagen. We kijken naar iets moois, maar voelen geen nood om het te bezittende; we verlangen niet naar het object.
De filosoof gaat verder met het idee dat er ook een soort algemeen welbehagen is. Dit betekent dat elke mens dit ook mooi zal vinden omdat het representeert wat de mens zelf heeft gemaakt en kan maken.
Ten derde vermeldt Kant dat er een soort doelloze doelmatigheid is. Het doel van het object is zichzelf te tonen, en daarmee stopt het (althans in een esthetisch oordeel). Men is op dat moment niet bezig met het doel van een object; we bekijken het op een niet-functionele manier.
Uiteindelijk zegt Kant dat er, volgend uit het tweede moment, een soort algemene consensus is dat wanneer iemand iets mooi vindt, hij verwacht dat iedereen dat met hem eens zal zijn; hij kan niet begrijpen dat iemand anders het object niet mooi zal vinden.
Als we deze vier momenten kunnen we stellen dat Kant uitgaat van een soort oordeel dat niet is verbonden aan regels of concepten. Het is iets dat bijna instinctief en buiten het bewustzijn omgaat.
vrouwelijke schoonheid, die meteen ook verlangen wekt (erotiek) |
Natuurlijk zijn de ideeën van Kant ook niet echt juist of absoluut. Ik geef kritiek op verschillende "momenten".
Men kan bijvoorbeeld naar een prachtige vrouw kijken en meteen naar haar verlangen (Is dit pornografie?).
Niet iedereen houdt van zonsondergangen (iets wat zeker niet door de mens is bewerkstelligt).
Hetzelfde geldt voor het vierde moment. Wanneer een leerkracht en leerling kijken naar een kunstwerk, schiet het misschien door het hoofd van die laatste dat het kunstwerk dat hij mooi vindt, misschien niet door zijn leraar als mooi zal worden beschouwd. De leerling vermoedt namelijk dat de leerkracht hem over enkele ogenblikkelijke zal wijzen op een aantal elementen die het kunstwerk tot "lelijk" degraderen. Een sensus communis is er dus niet altijd. Het enige waar Kant misschien echt raak heeft geschoten is met de doelloze doelmatigheid. Ik kan enkel met Kant instemmen met het idee dat wanneer men een oordeel van schoonheid doet, men op geen enkel moment een ander doel kan zien in het object dan dat het zichzelf moet tonen. Het heeft (op dat moment) niet de bedoeling om mooi te zijn, want dat zal de persoon eerder zelf wel uitmaken.
Men kan bijvoorbeeld naar een prachtige vrouw kijken en meteen naar haar verlangen (Is dit pornografie?).
Niet iedereen houdt van zonsondergangen (iets wat zeker niet door de mens is bewerkstelligt).
Hetzelfde geldt voor het vierde moment. Wanneer een leerkracht en leerling kijken naar een kunstwerk, schiet het misschien door het hoofd van die laatste dat het kunstwerk dat hij mooi vindt, misschien niet door zijn leraar als mooi zal worden beschouwd. De leerling vermoedt namelijk dat de leerkracht hem over enkele ogenblikkelijke zal wijzen op een aantal elementen die het kunstwerk tot "lelijk" degraderen. Een sensus communis is er dus niet altijd. Het enige waar Kant misschien echt raak heeft geschoten is met de doelloze doelmatigheid. Ik kan enkel met Kant instemmen met het idee dat wanneer men een oordeel van schoonheid doet, men op geen enkel moment een ander doel kan zien in het object dan dat het zichzelf moet tonen. Het heeft (op dat moment) niet de bedoeling om mooi te zijn, want dat zal de persoon eerder zelf wel uitmaken.
Kant stelt ook dat de schoonheid tegenover het sublieme staat. Bij het sublieme beseft de observator dat de mens maar een nietig wezen is bij het zien van een verschijnsel of object. Het gaat zijn verstand te boven en de observator kan slechts nederig accepteren dat hij hetgeen hij ziet niet begrijpt. Hij wordt aangetrokken en is beangstigd door het object en verkeert in die typische tweestrijd. Kan kunst ook uit het sublieme ontstaan of/en het sublieme overbrengen? Het is zeker zo dat bepaalde vormen van kunst zoals bepaalde muziekstukken (Tocata & Fugue van Bach) de kijker overtreffen, hem woordeloos achterlaten en hem bijna in contact brengen met het sacrale (een andere manier van Kant om het sublieme te omschrijven). Soms kan bepaalde kunst een kijker op een gevoelige plek raken (i.v.m. een trauma bijvoorbeeld) en het tremens et fascinanseffect veroorzaken. Een bijkomende conclusie is dat er een verschil is tussen de hoe de kunstenaar en hoe elke afzonderlijke kijker naar een kunstwerk kijkt, kunst is dus zowel persoonlijk als iets algemeens. Ik zou dus zeggen dat het sublieme wel kan voorkomen bij het bekijken van kunst (men voelt zich soms enorm ongemakkelijk bij bepaalde kunst).
La nuit étoilée |
Soms kan een kunstenaar ook vanuit het sublieme werken. Bij Vincent Van Gogh merk je soms dat hij vanuit een soort onbegrip de wereld heeft geschilderd. In het schilderij La Nuit Êtoilée denk ik dat Van Gogh begonnen is vanuit een gevoel van transcendentie. We zien hoe de hemel op bijna sacrale manier is gevormd. De schilder was dan ook geestelijk instabiel, zoals zijn verdere leven heeft aangetoond. Dit sluit niet uit dat Van Gogh misschien toch heeft geprobeerd iets subliems op het doek te vangen.
Uit de ideeën van Kant besluit ik dat schoonheid bepaald wordt door iets zeer instinctiefs en bij het aanschouwen van schoonheid een aantal zaken terugkomen zoals de doelloze doelmatigheid van het object. Dit geeft ons een mogelijk antwoord op de vraag wat schoonheidsontroering is of tenminste hoe en wanneer het plaatsvindt. Zo kunnen we de definities van Georgia O'Keeffe en Frank Lloyd Wright beter verstaan.
Er zijn nog andere definities van kunst gemaakt door kunstaars: het kunstenaarsduo Gilbert & Geogre zegt dat hun kunst "de vriendschap is tussen de toeschouwers en onze beelden (hun kunstwerken). Elke afbeelding stelt een 'bepaald perspectief' voor, dat de toeschouwer kan beschouwen in het licht van zijn eigen leven. De echte rol van kunst is om nieuwe manieren van begrip en vooruitgang (Progress and Advancement) te brengen. Elke persoon op aarde is het er over eens dat er plaats is voor vooruitgang."
Wat ik hier uit concludeer is dat ik nog geen stap verder ben gekomen.
Abonneren op:
Posts (Atom)